Toscane is denk ik toch nog steeds de meest bekende regio van Italië. Niet alleen vanwege de vele beroemde kunststeden als Florence, Siena, Volterra en San Gimignano, maar ook vanwege het landschap. Al eeuwen gecultiveerd en schitterend onderhouden. Glooiende heuvels met cipressen, oude dorpjes of mooie villa's erboven op. Kleine akkers met tarwe-, maïs-, graan- en bonenvelden.
De Toscaanse keuken wordt vaak omschreven als de 'cucina povera', de boerenkeuken. Daarmee wordt bedoeld dat de keuken niet heel verfijnd is, maar dat men gebruik maakt met wat voor handen is. Het rijkelijk gebruik maken van rozemarijn, tijm en salie en de scheut olijfolie die overal doorheen gaat, bewijst dat. De Toscaanse maaltijd begint doorgaans met crostini, krokant gebakken broodjes met bij voorkeur een paté van kippenlevertjes. Gevolgd door een stevige, voedzame soep, vol met groenten van het seizoen en al de nodige koolhydraten bevattend. Pasta is traditioneel niet het sterkste punt van de Toscanen, maar voor pappardelle met cinghiale (everzwijn) of la lepre (haas) kun je een Toscaan wel wakker maken. Wild, gevogelte, varkensvlees en aan de kust vele soorten vis, worden geroosterd, gegrild en op smaak gebracht met de al genoemde kruiden of chilipeper en venkelzaad. Als bijgerecht zijn bonen altijd op de kaart terug te vinden. Toscanen worden namelijk van oudsher ook wel 'mangiafagioli', boneneters, genoemd. Uiteraard worden de gerechten vergezeld van een goed glas, meestal rode, wijn. De Chianti is een hele bekende, maar ook een van de beroemdste en tevens duurste wijnen van Italië komt er vandaan: de Brunello di Montalcino. Cin cin! Comments are closed.
|
AuteurCarolien studeerde Italiaanse taal en cultuur, startte winkel 'Il Sogno' in Amerongen, Amsterdam en restaurant 'Il Sogno' op Landgoed Zuylestein. CategorieënArchief
Januari 2024
Blijf op de hoogte!
|