Panettone is al eeuwen het traditionele kerstgebak van Italië, oorspronkelijk uit Milaan. Het is een rond brood met als traditionele vulling sukade en rozijnen. Het heeft een boter/cake-achtige smaak en een lichte structuur. Het woord panettone komt uit het Milanese dialect dat graag vergroot- en verkleinwoorden gebruikt. Letterlijk betekent panettone dus 'groot brood'. Het recept dat tegenwoordig nog steeds gebruikt wordt, stamt al uit de 15e eeuw toen Hertog Ludovico Il Moro de scepter zwaaide in Milaan. Al snel veroverde het heel Lombardije en tegenwoordig is de panettone in heel Italië met Kerst niet meer weg te denken. Het is verkrijgbaar in vele soorten en maten in mooie feestelijke geschenkverpakkingen en is altijd al hét traditionele kerstgeschenk van bedrijven aan hun personeel; een panettone en een fles zoete Moscato d'Asti. Panettone wordt bijna nooit thuis gemaakt, aangezien het rijzen erg bewerkelijk en tijdrovend is. Men geeft er elkaar tijdens de kerstdagen allemaal een cadeau, zodat je voldoende keuze hebt om aan je familie te serveren. Lekker bij het ontbijt, maar ook in de namiddag met een glas Prosecco. En heb je er een aantal over, bewaar die dan tot 3 februari, de dag van San Biagio, de heilige die ervoor zorgt dat je de rest van het jaar tegen keelpijn beschermd bent. PANETTONE-SHOP In onze winkel in Amerongen en later ook in Amsterdam verkochten wij als een van de eersten in Nederland panettone. We bezochten regelmatig de bakkerij van het mooie bedrijf Bonifanti in Piemonte en zagen met eigen ogen de 'moedergistkamer' en hoe de panettoni op z'n kop worden gebakken voor het meest luchtige resultaat. Op de verpakkingsafdeling voorzien ze alles met de hand van een fraaie verpakking met kleurrijke strik. Nu leveren we al jaren deze prijswinnende Bonifanti panettoni aan vele Nederlandse en Belgische liefhebbers, via onze webshop www.panettone-shop.nl. --> lees meer over KERST IN ITALIË en PANDORO Jaren geleden maakte ik samen met kunstenares Susan Schildkamp het boekje "Feest in Italië", waarbij Kerst natuurlijk niet mocht ontbreken. Het boekje is niet meer in druk helaas, maar ik vind het leuk jullie hier in deze blog meer over Kerst in Italië te vertellen. De traditie van 'Natale' gaat al verder terug dan de geboorte van Christus. In de tijd van het oude Rome werd op 25 december al gevierd dat de dagen weer langer werden en dat de lente in aantocht was. De christelijke viering is er later aan toegevoegd. Aan de cadeautjes die door Babbo Natale onder de boom worden gelegd, wordt door Italianen doorgaans veel geld uitgegeven. De steden zijn uitbundig versierd met veel goud, lichtjes en kerststallen. Deze laatste, de presepe, speelt een belangrijke rol, vooral in de stad Napels. Volgens de overlevering komt dat door de heilige Franciscus van Assisi. Hij zou, na een bezoek aan Bethlehem in 1223, in zijn woonplaats Greccio de kribbe hebben nagemaakt. De dorpelingen speelden daarbij voor Jozef en Maria en een echte baby lag in het stro. Jezuïeten en Dominicanen verspreidden de traditie vervolgens naar andere delen van het land. Napels heeft tegenwoordig het allergrootste aantal stallen dat zich allemaal concentreert in de wijk Spaccanapoli, dat in december bekend staat als de Via Natale. Kerstavond, Kerst en Santo Stefano Het hoogtepunt van de kerstdagen is meteen op 24 december, kerstavond, 'La Vigilia di Natale' in het Italiaans. De familie komt bijeen en er wordt zeer uitgebreid gegeten. Het traditionele diner op kerstavond bestaat uit vele visgerechten. In een aantal regio's geldt dat er precies 7 verschillende visgerechten op tafel komen. In sommige streken moeten dat er zelfs 9, 11 of 13 zijn. Tegenwoordig doet men niet meer zo moeilijk, maar het eten van vis blijft wel de traditie. De volgende ochtend, Eerste Kerstdag, begint zonder ontbijt. Er moet namelijk voldoende eetlust overblijven voor de 'pranzo natilizio', de kerstlunch! Wederom enorm uitgebreid. Het begint met de antipasti, daarna komt een gerecht dat in een traditioneel gezin niet mag ontbreken, de 'cappelletti al brodo', tortellini in bouillon. Dan meestal een pastagerecht uit de oven, bijvoorbeeld lasagne. Vervolgens als secondo piatto gevuld vlees, bijvoorbeeld kwartels, kalkoen of rollade, gevolgd door nog een tweede vleesgerecht. Het nagerecht bestaat uit panettone of pandoro en allerlei andere zoetigheden, met een glas zoete Moscato d'Asti erbij. Tweede Kerstdag viert men niet echt in Italië, maar het is wel een vrije dag. Mensen brengen de dag door met rust, het bezoeken van een mooie kunststad of gaan ´s middags naar de bioscoop. Maar geen groot Cenone (kerstdiner) of Pranzo meer. Buon appetito e Buon Natale a tutti! --> lees meer over PANETTONE en PANDORO In Florence is er een fantastisch architectonisch fenomeen: de buchette del vino, oftewel 'wijnraampjes'. Verspreid door het historische centrum van de stad, waren er in grote palazzi wel honderden kleine raampjes met houten luikjes ervoor. Waar dienden deze zogenaamde 'wijngaten' voor? In de 15e/16e eeuw floreerde de handel en de hierdoor rijk geworden Florentijnse families bezaten gebieden buiten de stad die volstonden met druiven en olijven. De wijn en olijfolie die hiervan werden gemaakt, sloegen ze op in de cantine van hun grote palazzi in de stad. Om niet alles zelf op te hoeven drinken en vanwege hun enorme handelsgeest, ontstond al gauw het idee om de producten aan hun stadsgenoten te gaan verkopen. Zo ontstonden de buchette del vino. Met een klop op het luikje stond je rechtstreeks in contact met de cantiniere, de baas van de cantina, en bestelde je een glas of een fles wijn. Deze manier van verkopen leende zich perfect voor periodes van epidemie, zoals de Pest. Er is een document uit 1634 bekend waarin staat dat men gedurende een pestperiode flessen wijn door de luikjes verkocht. Het geld ging in een ijzeren bakje en werd ontsmet met azijn. Dat gegeven wordt nu in tijden van Corona gebruikt om Corona-proof toch wijn, koffie, Spritz en zelfs stukken pizza te verkopen, terwijl de horeca gesloten was/is. Tijdens de eerste lockdown begon een ijssalon ermee en het was onmiddellijk een groot succes. Op zo'n 150 plekken in de stad zijn nog oude wijnraampjes te vinden. Velen waren soms al eeuwenlang dichtgetimmerd of gemetseld. Maar nu zijn er dus al meerdere heropend en in oude staat hersteld. Wat geweldig! Met dank aan Peter Lolkema, die online zijn presentatie (in het Italiaans natuurlijk) hierover hield tijdens een van mijn lessen. Toen wij lang lang geleden in Parma waren, aten we in een trattoria Risotto al gorgonzola e pera. Dit zijn we nooit vergeten, zo lekker was dat! Nu, vele jaren later, hebben we hem proberen na te maken, met peren gestoofd in Nocino (kijk voor het recept van deze verrukkelijke notenlikeur elders in deze blog) en zachtromige blauwe kaas van de kaasboer hier uit de buurt. Een Italiaanse gorgonzola, liefst dolce, volstaat uiteraard ook. Geen Nocino voor handen? Zorg dat de stoofperen veel smaak hebben! Recept 2-3 personen: 200 gram risottorijst olijfolie 2 stengels bleekselderij (in kleine blokjes gesneden) 1/2 ui (in kleine blokjes gesneden) een scheut witte wijn 500-750 ml goede groentebouillon (liefst zelf getrokken) een flinke hand geraspte Parmezaanse kaas zachte blauwe kaas stoofpeertjes om gerecht af te maken: walnoten en verse tijm Fruit in een pan met een dikke bodem de ui en de bleekselderij in de olie tot ze wat zachter zijn. Voeg de risottorijst toe en laat een paar minuten zachtjes meebakken. Blus af met een scheut witte wijn. Wacht tot deze verdampt is en voeg dan lepel voor lepel de warme bouillon toe. Je wilt dat de risotto langzaam gaart en romig wordt. Zorg voor een constante temperatuur en dat er bubbeltjes zichtbaar blijven elke keer nadat je een lepel bouillon hebt toegevoegd. Het garen duurt ca. 18 minuten. Blijf regelmatig roeren en proef na een minuut of 18 of de rijst gaar is, maar nog wel een bite heeft. Het moet een romig geheel zijn, voeg zo nodig nog een klein beetje bouillon toe. Roer nu de blauwe kaas, de Parmezaanse kaas en de in grove stukken gesneden stoofpeertjes door de risotto. Zet het vuur uit en doe de deksel op de pan. Laat dit een minuut staan, zodat hij extra romig kan worden. Roer nog 1 keer goed door en schep de risotto op de borden. Maak af met stukjes walnoot en verse tijm. Buon appetito! Oeh la la, walnotenlikeur! Bijna overal in Italië groeien wel walnoten en dus kun je overal ook wel Nocino kopen, een zoete stroperige zwartbruine likeur. Maar zelf maken is natuurlijk veel leuker! Op 24 juni (San Giovanni - oftewel Sint Jan) start traditioneel de pluk van de nog onrijpe walnoten. De kleine, nog zachte nootjes zitten dan nog in hun groene bast, essentieel voor het maken van deze likeur. Pluk je ze later, dan worden de noten te groot en te hard om in stukken te hakken. Voor ca. 2 liter likeur hebben we zo'n 600 gram nog groene walnoten nodig. Was de groene basten met handschoenen aan, want ze beginnen meteen kleur af te geven. Hak de noten in stukken en doe ze in een grote weckpot. Doe hier de schil van 1/2 citroen, 2 1/2 gram kruidnagel en 2 1/2 gram kaneel bij. Overgiet het geheel met 1 liter alcohol met een percentage van 95%. Te koop bij de slijter of online. Koop je het in Italië zelf dan is het veel goedkoper dan hier! Laat de weckpot 40 dagen staan op een zonnige warme plek en schud de pot af en toe om. Maal op dag 41 de noten fijn in de keukenmachine en doe ze terug in de alcohol. Inmiddels is het mengsel helemaal zwartbruin geworden. Doe 850 ml goede rode wijn, opnieuw 2 1/2 gram kruidnagel en kaneel en 1300 gram suiker in een pan en laat 5 minuten zachtjes koken, zodat zich een siroop vormt. Laat goed afkoelen en doe het bij de noten en de alcohol. Laat nog eens 10 dagen staan en filter het daarna door een doek. Schenk de likeur in schone flessen. Hoe langer hij staat, hoe smaakvoller hij wordt, maar wij hebben er nu al van genoten! Ik gebruikte het recept van wijlen Diane Lensink, uit haar eerste kookboek ´Vinazza´. Zie www.vinazza.com om een kijkje te nemen in het door haar dochter voortgezette paradijs in Liguria. |
AuteurCarolien studeerde Italiaanse taal en cultuur, startte winkel 'Il Sogno' in Amerongen, Amsterdam en restaurant 'Il Sogno' op Landgoed Zuylestein. CategorieënArchief
Januari 2024
Blijf op de hoogte!
|