Amaro is het Italiaanse woord voor bitter. De wereldberoemde amaretti zijn amandel (-of bitter)koekjes gemaakt van amandelen, eiwit en suiker. Ze zijn er in vele soorten en maten, hard of zacht, maar altijd feestelijk verpakt. Je vindt ze in heel Italië, maar ze komen oorspronkelijk uit het noorden van het land. Het is bekend dat in de 18e eeuw de familie Lazzaroni, die eigenaar was van diverse Milanese cafés, de ene na de andere bakkerij op kocht in hun geboortestad Saronno. Doordat ze de koekjes serveerden in hun cafés, werden ze al gauw erg bekend. Natuurlijk kennen we Amaretto ook als likeur, de Disaronno Originale komt uit dezelfde stad. Een eeuwenoude legende vertelt ons over een liefdesverhouding waarbij een waardin na de dood van haar man verliefd werd op de Renaissance kunstenaar Bernardino Luini. Deze laatste schilderde naar alle waarschijnlijkheid in het jaar 1525 zijn geliefde weduwe als de Maagd Maria in de kerk van Saronno, de Santuario della Beata Vergine dei Miracoli (zie afbeelding hieronder). Zij bedacht volgens de overlevering de amaretto-likeur om als liefdesgeschenk te geven aan Bernardino. Op deze legende is de historische roman 'De Madonna van Saronno' van Marina Fiorato gebaseerd, een aanrader! De schrijfster stelt wel duidelijk in haar nawoord dat er geen verband mag worden gezocht tussen haar verhaal en het ontstaan van de originele Disaronno Originale. Het geheim van de ingrediënten en de bereidingswijze van deze likeur, zegt ze, blijven in bewaring bij de familie Reina uit Saronno. Mijn oog viel vanmiddag overigens op het etiket van de Disaronno: since 1525 staat erop, het zelfde jaar waarin Bernardino de waardin schilderde, wow! Ook onze panettone-leverancier Bonifanti maakt verrukkelijke amaretti en heeft naast de originele smaak ook op natuurlijke wijze fruitsmaken toegevoegd. Wij verkopen deze in gemengde zakjes van 150 gram: www.panettone-shop.nl/koekjes-en-noga/ Moscato d'Asti is de wijn die traditioneel gezien gedronken wordt bij de panettone (KERST) of colomba (PASEN). De FESTA is een licht mousserende zoete feestwijn, gemaakt van de Moscato druif uit de heuvels van Piemonte (Italië). Uiteraard combineert deze dessertwijn met een laag alcoholpercentage (5%) ook geweldig bij taart, chocolade en andere zoete desserts. La Trava - Piemonte (de makers van FESTA wijn) Het wijnhuis ‘La Trava’ ligt in Piemonte, tussen de glooiende heuvels van ‘de Langhe’. We kwamen daar ooit terecht met onze camper toen we op hun camperplaats stonden en hebben zo het eerste contact gelegd. Inmiddels produceren zij al vele jaren onze Festa wijn die ook nog eens de DOCG status heeft gekregen. In dit wijngebied worden enkele van de beste wijnen van Italië gemaakt: Barolo, Barbaresco, Dolcetto, Nebbiolo en Barbera. La Trava is eveneens vol passie bezig met de productie van wijn. De liefde voor het wijn maken komt voort uit de liefde voor hun ‘roots’. Zij zetten de oude familietraditie van het bewerken van de wijngaarden voort; liefdevol en geduldig volgen ze elke stap in de wijnproductie. Met respect voor het natuurlijke verloop van de seizoenen, kiezen ze voor het meest eerlijke, duurzame en pure product. Naast het productiebedrijf in de heuvels, hebben de dochters een vinoteca (wijnbar) in Savona. Mocht je ooit in de buurt zijn en langs willen gaan, ze ontvangen je met open armen! www.latrava.it en www.facebook.com/latravasavona. Als je ook wilt genieten van deze heerlijke Festa, bestel hem dan mee met je panettone (kerst) of colomba (pasen) of zomaar via panettone-shop.nl. Cin cin! Naast hét Italiaanse kerstgeschenk, de panettone, kent Italië nog een populair kerstgebak, de pandoro. Het is gemaakt van bloem, eieren, boter en gist, wordt gebakken in een stervormige bakvorm en bestrooid met vanille- of poedersuiker. De geschiedenis van de pandoro is recenter dan die van de panettone. Het initiatief voor het maken van de pandoro komt van Signor Melegatti, een bakker uit Verona. In 1894 kreeg hij patent op het bakken van dit brood en tevens op de naam "Pane d'oro", brood van goud. Een hommage aan de "pani d'oro" die ten tijden van de Republiek Venetië aan het einde van de maaltijd werden gegeten door de welgestelde patriciërsfamilies. Zij maakten hun brood letterlijk waardevoller door er bladgoud in te verwerken. Tussen pandoro en panettone ontstond er aan het einde van de 19e eeuw onmiddellijk een competitie. Verona en Milaan wilden beiden dat hun kerstgebak hét Italiaanse kerstgebak zou worden. De pandoro werd (en wordt nog altijd) gebakken in de vorm van een ster en bestrooid met poedersuiker, mooier kan niet met kerst. Om de strijd met Verona aan te gaan, bedacht de Milanese banketbakker Angelo Motta dat de panettone de vorm moest krijgen van een koksmuts, of beter nog, van een koepel van een baptisterium. En om het helemaal af te maken, werd het vanaf die tijd gebakken in een papieren omhulsel om het de vorm van een kroon te geven, bedrukt met gouden letters en motiefjes. Lees meer over KERST IN ITALIË en PANETTONE Een van mijn favoriete Renaissance kunstenaars is Jacopo Pontormo (1494-1556), door de meesten beschouwd als Maniërist, waardoor niet iedereen mijn mening deelt, maar voor mij gaat het om de emotie. Meerdere keren ben ik erg geraakt geweest door zijn werk en steeds laat het weer een diepe indruk op me achter. Ik weet alle keren nog precies en kan zelfs hetzelfde gevoel dat ik had toen ik er oog in oog mee stond, oproepen. Als dat geen emotie is! De eerste keer dat ik een werk van Pontormo zag, was tijdens een studiereis door Toscane. We stonden in Florence in een vrij donker kerkje, de Santa Felicità. Terwijl onze ogen aan het donker aan het wennen waren, gooide de docent een muntje in een apparaat en floepte het licht aan in een hoek van de kerk. Daar zagen we een groot paneel (313 x 192 cm) vol emotie! Diepe, intense blikken die ons als kijker lijken te smeken om hulp. Dat gevoel wordt versterkt door de voorste figuur die ons aankijkt en ons als het ware het schilderij in trekt. De bijzondere kleuren maken dat je wilt blijven kijken en het liefst steeds weer even terug wilt om een muntje in het apparaat te gooien.
Later die week bezochten we een klein dorpje op het Toscaanse platteland. We liepen de kerk in, waar een dienst bezig was. Onze docent gebaarde ons echter dat we in de ruimte ernaast moesten zijn. Door een gordijn liepen we het donker in. Er startte een film. Ik was totaal overdonderd. Naar een werk van Pontormo, de Visitatie, had de Amerikaanse kunstenaar Bill Viola een video-installatie gemaakt. Twee vrouwen staan te praten op straat. Hun gesprek wordt plotseling onderbroken door een derde vrouw, die maar een van de twee vrouwen lijkt te kennen. De nieuwe vrouw negeert de achterste vrouw volledig. Fluistert zelfs op een gegeven moment iets in het oor van de ander. Het voelt allemaal erg ongemakkelijk aan. Doordat het in extreme slow motion wordt afgespeeld, blijft de spanning gedurende de tien minuten durende film constant aanwezig. 15 jaar nadat ik deze bijna magische ontmoeting met Pontormo en Bill Viola had, viel ik in Florence met mijn neus in de boter. Zonder het van tevoren te weten, was er in het Palazzo Strozzi een tentoonstelling van mijn beide helden. Wat een cadeau! De installatie "The Greeting" hing naast het echte schilderij van Pontormo, waar de installatie dus op gebaseerd is. Niet vaak komt iets zo mooi samen. Ik geloof dat ik het nooit zal vergeten. Saltare in bocca. Van het werkwoord 'saltare' komt ons Nederlandse woord 'salto'. Een mooie sprong dus, recht in je mond, de bocca. Saltimbocca (alla romana) is een wereldberoemd gerecht, waarvan wij, nu de salie weelderig groeit en we onze eigen schnitzeltjes in de vriezer hebben liggen, regelmatig thuis genieten. Okay, het moet met dun geslagen lapjes kalfsvlees, maar als je je eigen varkentjes hebt grootgebracht, mag varkensvlees natuurlijk ook! Je legt er een plakje rauwe ham en een blaadje salie op. Eén zou genoeg moeten zijn, maar wij houden van salie, dus gebruiken wat meer. De grote Pellegrino Artusi vertelt in zijn 'De wetenschap in de keuken en de kunst om goed te eten' dat men er in het restaurant in Rome waar hij het gerecht in de 19e eeuw at, er maar een half blaadje salie op legde, omdat één teveel zou zijn... Je doet er een prikkertje door om alles bij elkaar te houden. In sommige recepten wordt de Saltimbocca dubbelgevouwen of opgerold, zodat hij nog wat meer 'in de mond springt', maar ik vind dat zelf niet nodig. We bakken ze in flink wat boter, het langst aan de onderkant en op het laatst nog even kort aan de bovenkant. Als je dat te lang doet, wordt de ham hard en taai en dat is niet de bedoeling. Artusi noemt Saltimbocca een eenvoudig, gezond gerecht en rept niet over het afblussen met wijn of Marsala. Marsala zal men oorspronkelijk in Rome zeker niet gebruikt hebben, want het is een Siciliaanse wijn. Ietwat zoetig, maar wel lekker! Zodra ik het vlees gebakken heb, laat ik het heel even afgedekt rusten op een bord. Ik blus de resten in de pan af met Marsala en voeg een paar klontjes koude boter toe, zodat er een mooie saus ontstaat. Deze geef ik er altijd los bij, zodat je kunt kiezen of je hem liever alla romana in je mond laat springen, of met een vleugje Sicilië. Buon appetito! |
AuteurCarolien studeerde Italiaanse taal en cultuur, startte winkel 'Il Sogno' in Amerongen, Amsterdam en restaurant 'Il Sogno' op Landgoed Zuylestein. CategorieënArchief
Januari 2024
Blijf op de hoogte!
|